Opgegraven Nieuw-Zeelandse WOI-soldaat geïdentificeerd dankzij Eén-reeks
Vanaf maandag 29 augustus neemt Arnout Hauben de kijker mee in zijn kielzog op zoek naar oorlogssporen in West-Vlaanderen. In 'Ten oorlog special: onder Vlaamse velden' graaft Arnout deze keer letterlijk in het verleden van de Eerste Wereldoorlog.
Samen met een team van archeologen gaat hij 40 dagen lang op zoek naar oorlogssporen in de Langemarkse grond en stoot er op uitzonderlijke vondsten en verhalen.
Bij de opgravingen worden niet minder dan 45 gesneuvelde soldaten gevonden. Eén ervan eist meteen alle aandacht op. De stoffelijke resten van deze soldaat, opgegraven in het gebied waar in de eerste dagen na de gasaanval van 22 april 1915 zwaar werd gevochten, blijken enorm goed bewaard. Ook de objecten die bij het lichaam worden gevonden, zoals een medaillon, een fluitje en een verrekijker, doen de hoop op identificatie toenemen. En dat betekent een première en absoluut hoogtepunt voor hoofdarcheologen Simon en Maarten.
Na analyse van het botmateriaal, onderzoek van de vondsten én toetsing aan de geschiedkundige bronnen komen de archeologen tot de conclusie dat de kapitein maar één man kan zijn: Henry John Innes Walker. Een Nieuw-Zeelander, aangesloten bij het Britse leger. Hij sterft in Langemark, in de ochtend van 25 april. Een datum die qua symboliek kan tellen: kapitein Walker sterft exact op het moment dat de Australiërs en Nieuw-Zeelanders landen op de stranden van Gallipoli. Op Anzac Day.
Zoektocht naar de nabestaanden
Nu, 101 jaar later, worden de stoffelijke resten van Henry John Innes Walker gevonden en opgegraven. Binnenkort krijgt hij een laatste rustplaats. Nabestaanden, die al een eeuw wachten op nieuws, worden op dit moment gecontacteerd.
Het identificeren van gevonden soldaten uit de eerste Wereldoorlog is hoogst uitzonderlijk. Dat dit proces op de voet kon worden gevolgd door Arnout en zijn ploeg is dat des te meer.
